VVD Kamerlid Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) had een paar weken geleden Kamervragen gesteld aan mevrouw Dijksma (staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) naar aanleiding van het artikel ‘Staat betaalt grote zus voor oppassen’ in de Telegraaf.
Ik had er al op gereageerd naar de Telegraaf en zij hebben mijn reactie gepubliceerd (link). Dat stond ze fraai want ik was wat negatief over hun berichtgeving. Het kan namelijk niet. Als een grote zus op haar broertje past dan kan zij daar natuurlijk geen oppassubsidie voor krijgen. Daar voorziet de Wet al in.
· Ten eerste mag je niet op hetzelfde adres staan ingeschreven als degene waarop je past.
· Ten tweede moet je als gastouder 18 jaar of ouder zijn.
Gek genoeg haalt mevrouw Dijksma dat niet aan.
De vraag was: Is het waar dat het oppassen op een jonger broertje of zusje onder de gastouderregeling valt? Zo ja, is dit volgens u wenselijk?
Antwoord van mevrouw Dijksma:
Gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang is alleen mogelijk als dat gebeurt door een andere persoon dan de ouder van het kind dat opvang behoeft of een andere persoon dan de partner van de ouder. Daarnaast kwalificeert gastouderopvang alleen voor kinderopvangtoeslag als het plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.
Op grond van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) worden broers en zussen van het kind dat opvang behoeft niet als partner gezien. Zij zijn dus niet uitgesloten van het gastouderbegrip.
Ik ben geen voorstander van het feit dat onder de huidige wetgeving broertjes en zusjes onder de 18 jaar als gastouder voor elkaar kunnen optreden. In het wetsvoorstel rondom de gastouderopvang dat ik in februari 2009 uw Kamer zal aanbieden, neem ik een voorstel tot wetswijziging op waarmee dit zal worden uitgesloten.
Vreemd antwoord.
Klik hier voor alle vragen van Dezentjé Hamming-Bluemink en de antwoorden van de staatssecretaris.
vrijdag, november 28, 2008
Hoe leuk is dat?
De GGD wordt ingehuurd door gemeenten om te controleren of kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus aan de Wet Kinderopvang voldoen. Gisteren was de GGD bij Flexmoeders.nl op bezoek. Ironisch genoeg verscheen op diezelfde dag een artikel waarin alarm weg geslagen over de kwaliteit van gastouderbureaus in de gemeente Rotterdam.
‘De kwaliteit van deze bemiddelingsbureaus laat te wensen over, zo concludeert de gemeente. Een meerderheid van de veertien gecontroleerde bureaus is niet op orde; verklaringen van goed gedrag ontbreken bij de meeste bureaus. [...] De eigenares heeft zich vooral beziggehouden met de huisstijl en de website,’’ zo staat in het laatste inspectierapport.’
Onvoorstelbaar dat er bedrijven zijn - verantwoordelijk voor de opvang van kinderen - die niet de meest basale controle doen om voor het welzijn van de kinderen te waken. Het minste wat je kan doen is het opvragen van de Verklaring Omtrent Gedrag: Controleer of de oppas in het verleden iets heeft gedaan waardoor het nu onverstandig is om haar als oppas in te huren. Vragen deze bureaus zich dat niet af?
En het bewijst dat onze lobby voor een ‘Centraal Register’, waarin alle overeenkomsten tussen vraagouders en gastouders landelijk geregistreerd staan, hard nodig is. Dit register is onderdeel van het Plan Thuisopvang dat ik samen met vier andere bureaus heb opgezet. Hierin is ook opgenomen dat een bureau zich pas kan registreren als aan alle kwaliteitseisen is voldaan. Dan pas krijgen de ouders een vergoeding van het Rijk.
Ja dat klinkt omslachtig. Bureaucratisch zelfs, maar het is briljant. Het draait de bewijslast om. Nu moeten gemeentes controleren of bureaus zich aan de regels houden. Daar is te weinig mankracht voor dus dat gebeurt niet, of onvoldoende. Draai het om en die bureaus in Rotterdam waren niet van de grond gekomen.
Het idee van een gastouderbureau is juist zo mooi, dus waarom zouden we toelaten dat de naam van het concept aan glans verliest door de onprofessionele aanpak van sommigen?
Trouwens (ik kan het niet laten) onze GGD-inspectrice is erg te spreken over Flexmoeders.nl. Hoe leuk is dat?
‘De kwaliteit van deze bemiddelingsbureaus laat te wensen over, zo concludeert de gemeente. Een meerderheid van de veertien gecontroleerde bureaus is niet op orde; verklaringen van goed gedrag ontbreken bij de meeste bureaus. [...] De eigenares heeft zich vooral beziggehouden met de huisstijl en de website,’’ zo staat in het laatste inspectierapport.’
Onvoorstelbaar dat er bedrijven zijn - verantwoordelijk voor de opvang van kinderen - die niet de meest basale controle doen om voor het welzijn van de kinderen te waken. Het minste wat je kan doen is het opvragen van de Verklaring Omtrent Gedrag: Controleer of de oppas in het verleden iets heeft gedaan waardoor het nu onverstandig is om haar als oppas in te huren. Vragen deze bureaus zich dat niet af?
En het bewijst dat onze lobby voor een ‘Centraal Register’, waarin alle overeenkomsten tussen vraagouders en gastouders landelijk geregistreerd staan, hard nodig is. Dit register is onderdeel van het Plan Thuisopvang dat ik samen met vier andere bureaus heb opgezet. Hierin is ook opgenomen dat een bureau zich pas kan registreren als aan alle kwaliteitseisen is voldaan. Dan pas krijgen de ouders een vergoeding van het Rijk.
Ja dat klinkt omslachtig. Bureaucratisch zelfs, maar het is briljant. Het draait de bewijslast om. Nu moeten gemeentes controleren of bureaus zich aan de regels houden. Daar is te weinig mankracht voor dus dat gebeurt niet, of onvoldoende. Draai het om en die bureaus in Rotterdam waren niet van de grond gekomen.
Het idee van een gastouderbureau is juist zo mooi, dus waarom zouden we toelaten dat de naam van het concept aan glans verliest door de onprofessionele aanpak van sommigen?
Trouwens (ik kan het niet laten) onze GGD-inspectrice is erg te spreken over Flexmoeders.nl. Hoe leuk is dat?
Abonneren op:
Posts (Atom)