Afgelopen vrijdag hoorde ik op BNR Nieuwsradio de stelling voorbijkomen: concurrentie in de kinderopvang is een goede zaak. Tegenstanders en voorstanders mochten inbellen om hun visie te delen. Zo ook ik.
Ik ben het niet alleen eens met de stelling, maar ook heb ik er een aanvulling op. Ik doe een beroep op minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de marktwerking actief te faciliteren. En daarmee doel ik op het feit dat de, in 2010 aangescherpte, regels en wetten in de gastouderopvang nu zo strikt zijn dat er nauwelijks ruimte is voor innovatie en gezonde concurrentie.
De regels die er nu bestaan, onderschrijven volledig de oude werkwijze van 10-20 jaar geleden. Partijen die op die manier opereren en bijvoorbeeld weinig gebruik maken van de mogelijkheden die internet en automatisering bieden, hebben nergens last van. Ben je echter een partij die op zoek is naar nieuwe oplossingen en die innovatieve ideeën wil implementeren om op een gezonde manier de concurrentie aan te gaan, dan loop je wel degelijk tegen grote problemen aan. Want de letter van de wet - of liever gezegd, de toetsingskaders van de wet - laat daar geen ruimte voor. Ik heb meerdere voorbeelden uit mijn eigen bedrijfsvoering, waarbij verbeteringen niet mogen en waar we zelfs meerwerk moeten laten liggen, om aan de eisen te blijven voldoen. Dat klinkt heel vreemd en is ook te gek voor woorden, maar alleen dan komen we door de inspectie.
Ter illustratie één voorbeeld, in de wet staat dat bij gastouderopvang, ouders en gastouder (uiteraard) goed op de hoogte moeten zijn van de risico-inventarisaties van de opvanglocaties. En het gastouderbureau moet zorgen dat zij ook werkelijk op de hoogte zijn. Vandaar dat bij Flexmoeders.nl de gastouder en de vraagouder deze risico-inventarisaties samen moeten doorlopen waarna onze regioconsulent ze zo nodig aanvult, aanpast en uiteindelijk goedkeurt. Zodra deze documenten door iedereen zijn goedgekeurd, plaatsen wij deze op de persoonlijke internetpagina van de gastouder en de vraagouder en in onze helpdesk. Op deze manier heeft iedereen altijd toegang tot de nieuwste en juiste versie van de documenten die elk jaar opnieuw moeten worden gemaakt en weet ik zeker dat iedereen ze kent.
Maar in de toetsingskaders staat dat deze documenten met een handtekening er op, op de opvanglocatie moeten liggen. Met als gevolg dat het advies van de GGD aan de gemeente is om onze werkwijze af te keuren en dat terwijl onze werkwijze veel efficiënter is.
De minister zou nog eens goed moeten kijken naar de manier waarop er wordt getoetst. Wordt er wel getoetst naar de geest van de wet? Alleen dat werkt kwalitatief goede kinderopvang in de hand en zal de marktwerking stimuleren. En maakt werken in de kinderopvang nog leuker!
Beluister hier de hele discussie en mijn korte inbreng daarin: http://www.bnr.nl/?service=player&type=fragment&articleId=1108158&audioId=1121985