Hier een kleine update:
Het wetsvoorstel van staatssecretaris Dijksma voor gastouderopvang ligt momenteel bij de Raad van State. Wat daar precies in staat weet bijna niemand. Wel weten we dat de vergoeding omlaag gaat en dat ze een scheiding wil tussen zogeheten ‘formele’ en ‘informele’ gastouderopvang. Waarbij de informele variant natuurlijk meer inboet aan vergoeding dan het andere.
De Raad van State legt het voorstel op z'n vroegst eind februari weer terug bij de staatssecretaris. Als zij het snel eens worden, treedt de wet gastouderopvang in 2010 in werking. Zo niet, dan moet het ministerie van OC&W weer aan de slag, en gaat het dus langer duren...
Wat mij vooral bezighoudt, is waar dan de grens ligt tussen formeel en informeel. Wat zijn de criteria voor een formele gastouderopvang? OCW ziet graag dat zo'n 60 procent van de gastouderopvang onder het kopje informeel (wat ze ook wel 'thuisopvang' noemen) zou vallen. Dupeer je daar dan niet heel veel ouders en gastouders mee?
Het lijkt er op dat het onderscheid moet worden gezocht in opleidingsniveau. Volgens mij is een goede gastouder iemand die het leuk vindt om voor kinderen te zorgen, of hij of zij nu doctorandus in de natuurkunde is of net het VMBO heeft afgemaakt. Opleiding is noch noodzakelijk noch een garantie voor kwaliteit in kinderopvang. Aantoonbare ervaring en een 'clear record' is dat naar mijn idee wel.
Ik wacht met smart en hou jullie op de hoogte!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten